Onderwerpen cloud
Van 2004 tot 2005 was Dolf Koch prins van het Lampegat.
Dolf was jarenlang de bedrijfsleider in het Stadspaviljoen, eerst als rechterhand van Willy Welten, later als zelfstandig exploitant.
Van 1983 tot 1984 was Jac Moest prins van het Lampegat.
Hij was jarenlang de maker en leverancier van onze grote en kleine zilveren Haone, waarvoor wij hem zeer erkentelijk zijn.
Van 1977 tot 1978 was Willem van der Sommen prins van het Lampegat.
Hij is tevens de auteur van, onder andere, het in Eindhoven zeer bekende boek "Lampegats Carnaval" (2004).
Na jarenlang voorzitter geweest te zijn van het Haone Boer Blaos Festijn (1990 – 1995) werd hij benoemd tot Ere-voorzitter van het H.B.B.F.
Van 1974 tot 1975 was Cor Sprengers prins van het Lampegat.
Gedurende 3 jaar, van 1989 tot 1992, was Cor voorzitter van onze vereniging.
Van 1984 tot 1985 was Hennie Kuijken prins van het Lampegat. Zijn lijflied was “Oh Heideroosje”, vandaar zijn Prinsennaam Ericoloroso.
Gedurende 4 jaar, van 1978 tot 1982, was Hennie bezield voorzitter van onze vereniging.
Refrein:
In de Dommelsche brouwerij,
wordt elke dag een zondagskind geboren,
na een vrolijke vrijerij,
‘t concubinaat van hop en mout.
De Sociëteit Jocus, opgezet als carnavalsvereniging voor de gegoede Venlose burgerij, kan bogen op een rijk verleden en een wijdverbreide faam. Het is de ‘aldste vastelaovesvereiniging’, dat wil zeggen - nog bestaande - carnavalsvereniging van Nederland, die is opgericht in november 1842. Ontelbare malen heeft zij, op uitbundige en ook verfijnde wijze, kleur en inhoud gegeven aan de verschillende uitingen van het Venlose carnaval.
d’Haone hebben er – zeker in hun beginjaren – een traditie van gemaakt om van allerlei carnavaleske rituelen, die door de Federatie van Eindhovense Carnavalsverenigingen op poten wordt gezet, te verstoren. Staat er ergens een brave hofkapel op een podium, ter vermaak van de Federatieve Prins een traditioneel deuntje te spelen, dan moet men oppassen. d’Haone blazen zo’n muziekgezelschap met het grootste gemak figuurlijk (en met hun ‘muziekskes’ ook letterlijk) compleet van het podium; vol, hard en vooral massief!