De Nederlander

Semiwetenschappelijke beschouwing
door Herman Lut
bij de maandborrel van C.V. D’Haone
op vrijdag 28 september 2018
in Café Casino, Aalsterweg 184, Eindhoven


Beste Haone, beste carnavalsvrienden,

IdentiteitIk wil het met jullie hebben over de Nederlander. Wij zijn tenslotte allemaal Nederlanders en mijn doel is om met behulp van citaten een beschouwing te geven van wat wij Nederlanders eigenlijk voor mensen zijn en wat onze volksaard karakteriseert zodat jullie daar in je dagelijkse praktijk rekening mee kunnen houden.

Het woord Nederland zegt het al, bij ons is alles vlak.
Zelfs de zee maakt daarop geen uitzondering, ook die is vrijwel plat.
Hoe gevaarlijk dit is blijkt al dadelijk uit de dubbele betekenis van het woord plat.
Niet boven het maaiveld uitsteken en doe maar gewoon dan doe je gek genoeg zijn daar voorbeelden van.
Daaruit is bij ons Nederlanders een niet te stillen behoefte aan verticaliteit ontstaan. Wij worden wel gezien als platvloers maar wij zijn duidelijk niet horizontaal maar verticaal georiënteerd.

TheologenDe eerste eigenschap van de Nederlander:

“Wij zijn een volk van theologen”.

Het lijkt erop dat Nederlanders touwen naar boven gooien naar de wolken in een poging om via die weg de hemel te bereiken. Wij zijn de fakirs van Europa.
Alleen al in een stad als Haarlem bestaan 150 kerkgenootschappen en elk daarvan probeert langs zijn eigen weg voldoende hoogte te bereiken om de wolken te beklimmen.
Nergens ter wereld steken zoveel kerktorens de lucht in als in Nederland.

Nergens ook staan er zoveel mensen op de kansel. Nergens kijken zoveel gelovigen omhoog om te horen wat die man daar op de kansel te zeggen heeft.

Het liefst zou elke Nederlander zelf een preekstoel hebben maar dat kan niet want het hout is nogal schaars in Nederland.
En zo luisteren wij met diep wantrouwen naar die ene die wel op de kansel staat en denken dan bij onszelf “stond ik daar maar, want ik deed het beter”.

IndividualistDat brengt me bij de tweede eigenschap van de Nederlander:

“Wij zijn een volk van individualisten”.

Het gerucht gaat dat wij van alle landen het dichts bevolkt zijn.
Dat lijkt maar zo, de zaak is dat wij allemaal in ons eigen “liefst” vrijstaande huisje wonen.
Een Nederlander die in een flat kruipt voelt zich praktisch als een emigrant, hij heeft het kenmerk van zijn nationaliteit prijs gegeven.
Namelijk het recht op een eigen voor- en achtertuintje, met daarbij de mogelijkheid om de buren aan weerzijde te verbieden om daar doorheen te lopen.
Maar heimelijk hoopt elke Nederlander dat die buren dat toch zullen doen want dan kan hij een proces beginnen. Hij vindt niets zo heerlijk als iets voor de rechter te slepen.

JuristenEn hieruit volgt direct de derde eigenschap van de Nederlander:

“Wij zijn een volk van juristen”.

Eén op de tien Nederlanders is advocaat, en die zou rijk kunnen zijn wanneer hij niet zelf met vrijwel al zijn buren in diverse processen verwikkeld was.

De drassige bodem van Nederland biedt weinig houvast en we moeten toch ergens op staan.
En daarom staan wij op ons recht.
Het is uit dit verlangen naar stevigheid en ondergrond dat wij een enorme jurisprudentie hebben opgebouwd.

Buitenlanders staan altijd verbaasd over het onvoorstelbare aantal borden en opschriften dat je bij ons aantreft en waarop te lezen staat wat bij ons niet mag, met meestal het betreffende wetsartikel erbij.
De heimelijke bedoeling daarbij is dat U het verbod niettemin volledig negeert en het toch doet .
Want ergens achter een gordijn staat altijd wel een Nederlander popelend van ongeduld op dat moment te wachten. Hij rent dan terstond naar buiten om met U “arm in arm” naar de dichtstbijzijnde rechtszaal te gaan, gewoonlijk om de hoek, om aldaar te bezien wie er nu eigenlijk gelijk heeft.

Wat is er mis mee om altijd gelijk te hebbenHiermee komen we bijna vanzelfsprekend aan bij de vierde eigenschap van de Nederlander:

“Wij hebben onder alle omstandigheden altijd gelijk”.

Wanneer ik in het buitenland een dispuut bijwoon dan treft mij telkens weer de merkwaardige belevenis dat na een tijdje één van de twee toegeeft en de ander dan gelijk krijgt. Dat kan uren duren maar dat is dan toch de uitkomst. Ik sta er steeds weer verbaasd over, bij ons komt dat niet voor.
Het kan zijn dat wij Nederlanders na een week of twee uit elkaar gaan, maar dat gebeurt niet omdat één van de twee heeft toegegeven. Neen, dat gebeurt uit hongersnood, door gebrek aan slaap of eenvoudig door uitputting.
Ze gaan ook niet uit elkaar maar zij worden door omstanders op brancards weggedragen en overlijden niet zelden onderweg nadat zij in hun testament hun familie op het hart hebben gedrukt om onder geen beding ook maar één centimeter te wijken.

Je hoort bij ons dan ook zelden discussies in de zin van een open gedachtenwisseling.
Je hoort hier altijd een dubbele monoloog en degene die niet aan het woord is staat hoofdschuddend te wachten.
Hij luistert niet, hij voelt zich onderbroken en hij ondergaat deze pijnlijke gebeurtenis alleen in het blije besef dat hij dadelijk weer aan de beurt is om zijn eigen betoog te vervolgen.

Normaal is ook maar een relatief begripWij Nederlanders hebben nog een vijfde eigenschap:

“Wij hebben een uniek gevoel voor de relativiteit der dingen”.

We hebben ook nog andere kwaliteiten. En één daarvan is het vermogen om onszelf niet al te serieus te nemen. Een Nederlander lacht graag om het verschijnsel Nederlander.

Dit lijkt in tegenspraak met wat ik U zojuist heb doen geloven en dat is ook zo.
De zaak is namelijk nogal gecompliceerd.

Telkens en op het meest onverwachte moment wordt ons latente fanatisme ondergraven door wat wij gevoel voor humor noemen maar wat in wezen een besef van betrekkelijkheid is.
Plotseling en juist op het moment dat een vreemdeling denkt dat twee Nederlanders zich voor hun stellige overtuiging levend laten verbranden, komt er een vonkje in hun ogen en valt er een nietig woord.
Waarop beiden in lachen uitbarsten en samen gaan biljarten.

“Ziedaar de merkwaardige polariteit van de Nederlander”.

Huizen in vogelvluchtDe Nederlander leeft op de messnede van twee uitersten. De tegenstelling tussen land en water.
Het land is verdeeld in duizenden kleine stukjes.
Met in elk van die stukjes land een boerderij.
Meestal in het midden van dat stukje land, met daarin een man die het weet en die absoluut gelijk heeft.

Dat is ons sektarisme, het uitvloeisel van ons door ontelbare sloten doorsneden landschap.
En toch brengen wij een Rembrandt voort, een van Gogh, een Vermeer en een Escher.

“de vervoering van de nuchterheid”

“de zieners van het grenzeloze in de beperkte dingen”

“de mystici van het gewone alledaagse leven”

2016 D'Haone 1966 2016 logoEn in de zojuist uitgesproken beschouwing vind ik mijn waardering voor de D’Haone.
D’Haone zijn absoluut een fenomeen. Het is een club mensen van diverse pluimage die al meer dan 50 jaar met geloof in de eigen kracht, moedig en geheel zelfstandig op een uitzonderlijk wijze ieder jaar weer een geweldig feest weten te vieren.

Daarom daag ik jullie dan ook allemaal uit om net als ik, alleen of met een groepje, een idee uit te werken en onder het motto van de Doe mer wa show de maandborrels op te vrolijken of te completeren. Als ik het kan, dan kunnen jullie het ook.

Ik wens het hele bestuur en al mijn mede Haone dan ook veel werklust, succes, geluk, humor en plezier, maar bovenal een gezonde zin voor de relativiteit en de betrekkelijkheid der dingen.
En als dat allemaal niet voldoende is ga dan af en toe eens biljarten misschien helpt dat.

Geluk en een feestelijke toekomst.

Alles mee een sausje van Nuenen dwèrs.


Ter afsluiting een gedicht van oud stadsprins Theo Cremers en vrij naar Guido Gezellig.

    MIJN BRABANT sprikt zun eigen toal,
    God gaf elk land ut zijne,
    Loat ze moar proate allemoal,
    ’t BRABANTS dè is ut mijne.

Lees 40127 keer Laatst aangepast op donderdag, 01 oktober 2020 12:51